Overslaan en naar de inhoud gaan
search

Door logopedie weer kunnen slikken en praten

Behandeling start snel bij opname in ziekenhuis

Gepubliceerd op: 06 oktober 2023

Een logopedist aan je bed in het ziekenhuis? Daar kijken patiënten nog wel eens van op. Na een beroerte of opname op de Intensive Care komt de logopedist langs bij patiënten die problemen hebben met bijvoorbeeld slikken, spreken of schrijven. Heel dankbaar werk, vinden logopedisten Dirk Berghuis en Lisa van Asten.

De logopedisten in het Slingeland Ziekenhuis houden zich bezig met problemen op het gebied van taal, spraak, communicatie, stem, gehoor en slikken. Dat gaat van te vroeg geboren baby’s tot aan mensen op zeer hoge leeftijd. Zij behandelen mensen na een beroerte, bij verergering van multiple sclerose (MS) of de longaandoening COPD, bij parkinson of als iemand lang op de Intensive Care ligt. Vooral het oefenen met slikken is een belangrijk deel van het werk van de vier logopedisten in het ziekenhuis.

Logopedist en afdelingshoofd Dirk Berghuis: “Slikproblemen kunnen juist in de eerste fase bij een opname in het ziekenhuis veel impact hebben en die fase is cruciaal in het voorkomen van complicaties. Wanneer iemand zich verslikt, kan er eten in de longen komen en dat kan een longontsteking veroorzaken. We leren ze weer veilig te eten en drinken.” Logopedist Lisa van Asten: “Uitleg geven over wat er aan de hand is als het slikken minder goed gaat, is in de beginfase ook belangrijk. Over wat de verwachting is, wat we gaan trainen en opbouwen, en waarom iemand soms alleen vloeibaar eten krijgt.”

“Mooi om de blijdschap te zien als een patiënt weer dat eerste woordje kan zeggen of die eerste hap kan eten.”

Compenseren

Die uitleg is ook heel belangrijk bij patiënten bij wie de taal verstoord is na een beroerte. Lisa van Asten: “Het is frustrerend voor mensen als het praten, lezen en schrijven niet of niet goed lukt. Dan vertellen we wat de patiënt kan doen om te compenseren, bijvoorbeeld rustiger spreken zodat hij tijd heeft om te articuleren of luider spreken. Ook brengen we andere mogelijkheden in kaart, zoals dingen aanwijzen of schrijven wanneer iemand niet kan praten.”

Dirk Berghuis vult aan: “Je zoekt naar welk kanaal nog werkt en hoe iemand zijn boodschap het beste kan overbrengen. Daar geven we ook advies over aan de betrokken zorgverleners, zoals de arts en verpleegkundige, en de paramedici zoals de diëtist, fysio- of ergotherapeut. We leggen uit waar zij rekening mee moeten houden bij de patiënt. Als die bijvoorbeeld een probleem heeft met het begrijpen, dan is het goed om korte zinnen te gebruiken of informatie te herhalen.”

Preverbale logopedie

De logopedisten behandelen de patiënten op de afdeling zelf. “We houden rekening met de belastbaarheid. Dat kan 45 minuten en soms 10 minuten zijn, maar ook in een korte periode kan je veel doen.” Daarnaast kunnen de logopedisten betrokken zijn bij radiologisch onderzoek of een scopie door een KNO-arts. Verder volgt Lisa van Asten een opleiding in preverbale logopedie. “In het ziekenhuis gaat het dan om logopedie bij te vroeg geboren kinderen. Daarbij geef ik advies over de zuigreflex, de juiste houding bij het voeden, de speen en de stresssignalen die de baby geeft.”
De meeste patiënten van de ziekenhuislogopedisten liggen een aantal dagen tot een week in het ziekenhuis. Als het nodig is volgt er een overdracht naar een logopedist die de behandeling buiten het ziekenhuis voortzet. Sommige patiënten zien Berghuis en Van Asten terug in een revalidatietraject. “Wij werken ook in revalidatiecentrum Klimmendaal. In het ziekenhuis zien we de hele snelle verandering bij een patiënt en in de revalidatie de gestage ontwikkeling. Dat is allebei heel mooi om mee te maken.”

Patiënt Gordon Heijmen

‘Ook dankzij de logopedist kan ik weer praten'

“Ik houd van praten en kon praten als Brugman”, lacht Gordon Heijmen nu hij iets langzamer, maar toch redelijk vloeiend kan spreken. “Mijn wereld stortte in toen ik bijna drie jaar geleden ’s nachts een bloeding in mijn halsader kreeg. Twee dagen later werd ik wakker in het Slingeland Ziekenhuis. Ik kon niet praten, niet schrijven en niet goed slikken. Ook had ik krachtverlies aan de rechterkant van mijn lichaam, maar was niet blijvend verlamd.

De neuroloog vertelde me dat mijn spraakcentrum zodanig beschadigd was dat ik naar verwachting nooit meer zou kunnen praten. Altijd was ik een vechtlustig en positief mens geweest. Diezelfde dag ging bij mij de knop om: ik zal bewijzen dat het mogelijk is. En ik wilde meteen aan de slag. Elke dag kwamen de logopedist, fysio- en ergotherapeut op de verpleegafdeling langs om te oefenen. Ik wist niets van logopedie, want daar had ik nooit mee te maken gehad. Maar ik had meteen een klik met logopedist Lisa van Asten. Ze deed een screening en legde me uit wat er was gebeurd en waarom mijn spraakcentrum niet functioneerde. Door mijn werk in het gevangeniswezen kan ik mensen goed scannen. Ik vond haar oprecht en zonder waardeoordeel. ‘Gaandeweg het proces komen we erachter wat het wordt’, zei ze eerlijk.

“Ik kon me er niet bij neerleggen dat ik misschien nooit meer zou kunnen praten. Ik bleef in mezelf geloven.”

Twintig tot dertig minuten per dag oefenden we samen. Lisa sprak woorden uit en die moest ik proberen na te zeggen. Dat lukte toen nog niet. Ook moest ik plaatjes aanwijzen. Die begreep ik, net als de ondertiteling op televisie, gelukkig wel. Vanwege slikproblemen moest ik leren om verdikt voedsel te eten, door heel rustig kleine hapjes te nemen.
Die week was echt een rollercoaster aan emoties. In het Slingeland verblijven gaf me rust, maar na een week was er een plek vrij in revalidatiecentrum Klimmendaal. Daar werkt Lisa ook en toen ben ik vijf dagen per week verder gegaan met logopedie.

Voor mij was logopedie en het weer leren spreken het allerbelangrijkste. Na ongeveer een maand kon ik opeens weer ‘morgen’ zeggen. Dat was het eerste besef dat de spraak terugkwam. Ik verbleef tien weken in het revalidatiecentrum en daarna kon ik vanuit huis oefenen via beeldbellen. Na een jaar ben ik overgegaan naar een collega-logopedist van Lisa in mijn woonplaats. Daar oefen ik nog elke week.

Ik vergelijk het wel eens met Chinees moeten leren. Het is een hele opgave, maar ik werk weer als manager en ben trots op mezelf en mijn gezin. Met de spraak wil ik zo hoog mogelijk komen. Honderd procent wordt het niet meer, maar ik ga voor die 93 procent!”

Laatst bijgewerkt op: 06 oktober 2023

Direct naar

2024-10-hans-van-weerd.jpg
Expostities in oktober en november 2024