Hart voor het Slingeland: drie vrijwilligersverhalen
‘Je bent er voor die ander: met of zonder woorden’
Gepubliceerd op: 06 januari 2025Harm Pieter IJzer (77), Sandra Nieuwenhuis (53) en Mini Pelgrim (72) zijn vrijwilliger in het Slingeland. In verschillende functies weliswaar, maar met dezelfde gastvrije instelling en hart voor de patiënten. In dit Slingeland Magazine doen ze hun verhaal. “Ik fiets om de week op vrijdag tien kilometer hiernaartoe. Al twaalf jaar lang, met heel veel plezier.
"Onze vrijwilligers hebben hart voor de patiënten."
Vrijwilliger Harm Pieter IJzer
“Soms mis ik ‘per ongeluk’ de afslag”
Vrijwilliger Harm Pieter IJzer (77) - beter bekend als H.P. - brengt patiënten die slecht ter been zijn met de shuttlebus van het Slingeland van de parkeerplaats naar de hoofdingang.
“Het was mijn vrouw die me op deze vrijwilligersfunctie wees. Zij is altijd medisch secretaresse geweest op de cardiologie-afdeling en kwam de oproep voor shuttlebus-chauffeurs tegen. ‘Dat is écht iets voor jou’, zei ze. En dat had ze goed gezien. Want autorijden is mijn hobby. Ik heb niet voor niets mijn hele werkende leven op de weg gezeten als vertegenwoordiger.”
Vanaf het eerste moment
“Toen ik begon, in 2012, moest de hele shuttlebusservice nog opgezet worden. Dat deed ik samen met de toenmalig vrijwilligerscoördinator Anneke en nog zeven chauffeurs. Nog steeds rijden er een paar uit die begintijd op de shuttlebus. Het is ook zó leuk en dankbaar werk.”
Slecht ter been
“In principe is de shuttlebus-service er voor patiënten die slecht ter been zijn of bijvoorbeeld een zuurstoffles bij zich hebben. Maar we hebben als beginnende chauffeurs in 2012 wel gelijk gezegd: ‘Maar wát als die mensen er niet zijn? Dan willen we niet staan wachten’. Zo zijn we tot de afspraak gekomen dat patiënten die het nodig hebben áltijd voorrang hebben, maar dat we ook andere mensen mee mogen nemen.”
Kleindochter in trouwjurk
“Zo heb ik al prins carnaval in de shuttlebus gehad, een hele rits zwarte pieten, een kleindochter in trouwjurk die bij haar opa op bezoek wilde op haar trouwdag. En veel kinderen waarbij ik ‘per ongeluk’ de afslag voor de hoofdingang miste, zodat we joelend nóg een rondje rotonde moesten doen.”
Mooie en moeilijke momenten
Dat zijn mooie momenten, maar je rijdt natuurlijk voor het ziekenhuis dus maak je ook genoeg moeilijke momenten mee. Soms zijn mensen zenuwachtig voor een behandeling of hebben een slechte uitslag gehad. Dan ben je er voor ze. Zo heb ik een paar jaar geleden een echtpaar voor een langere periode om en om, en soms samen, naar het ziekenhuis gebracht. Op een gegeven moment kwam hij zonder zijn vrouw. Waarop ik vroeg: ‘Bent u alleen vandaag?’ Zijn echtgenote bleek overleden. ‘Maar ik ben wél heel blij dat ik u nu tref’, voegde hij eraan toe. Daar doe je het voor. Je kent elkaars naam niet, maar je bent er voor die ander. Soms met woorden, soms zonder. Net waar behoefte aan is.”
Vrijwilliger Sandra Nieuwenhuis
“Ze vertellen wat ze willen vertellen”
Sandra Nieuwenhuis (53) is vrijwilliger op de dagbehandeling Oncologie van het Slingeland. Ze gaat met patiënten die daar behoefte aan hebben een gesprekje aan.
“Ik zorg graag voor mensen. Dat heb ik mijn hele leven al gedaan. Na school ging ik in een winkel in Doetinchem werken, maar de zorg liet me nooit helemaal los. Toen onze twee kinderen mij steeds minder nodig hadden, ben ik op die manier bij het Slingeland terecht gekomen. Ik belde op om te vragen of ze nog vrijwilligers nodig hadden. Wat zo was. Ik ging op kennismakingsgesprek en ben nooit meer weggegaan. Want ik vind het hier fantastisch. Echt waar.”
Op mijn plek
“Baliemedewerkster, servicemedewerkster bij de mondkapjes, gastvrouw op de geriatrische afdeling. Ik heb de afgelopen jaren op verschillende afdelingen geholpen, maar zit nu wel hélemaal op mijn plek bij Oncologie. Ik denk omdat het er echt toe doet op deze afdeling. Tenminste, zo voel ik dat. Want elke afdeling doet er natuurlijk toe.”
Beloofd is beloofd
“Normaal gesproken treed ik niet graag op de voorgrond, maar hier stap ik zo op patiënten af. Ik geef duidelijk aan dat ik vrijwilliger ben, bied een kop koffie of thee aan en vraag of ze zin hebben in een praatje. Dat vrijblijvende is belangrijk, merk ik. Dat ze weten dat ze niets ‘hoeven’. Ze vertellen wat ze willen vertellen. Waarbij we het vaak niet eens over de ziekte hebben.
Verdrietige verhalen neem ik niet mee naar huis, maar ik ben wel erg betrokken. Zo was er laatst iemand die het moeilijk had tijdens de chemo en vroeg of ik de week erop er ook weer zou zijn. ‘Ja’, gaf ik aan, maar de chemo bleek die keer op donderdagmiddag ingepland, terwijl ik hier altijd op donderdagochtend ben. Toen ben ik ’s middags teruggegaan. Want als je iets belooft, moet je dat nakomen vind ik.”
Glunderen
“De laatste tijd ben ik wel drie dagen in de week in het Slingeland. Dus óók op andere afdelingen. Omdat ik het gewoon heel erg naar mijn zin heb. Ik heb een ontzettend goede klik met vrijwilligerscoördinator Tanja Beeftink, bij wie ik altijd terechtkan, en ook de verpleegkundigen zijn allemaal enorm aardig en behulpzaam. Ik ben goed ingewerkt en ga binnenkort nog een training volgen, waar ik erg naar uit kijk. Ik glunder weer, zegt mijn man regelmatig. En daar heeft het Slingeland zéker mee te maken!”
Vrijwilliger Mini Pelgrim
“Hij vond het zo gemuudelijk dat hij plat kon proaten”
(72) begeleidt patiënten vanaf de receptie in de centrale hal van het Slingeland naar A2 (de short-stay) of F2 (Opnameplein).
“Als mijn man en ik wel eens op bezoek gingen bij mensen in het ziekenhuis zei hij altijd: ‘Als jij ziekenhuisgangen ziet, krijg je ‘gang’.’ Waarmee hij bedoelde dat ik op de een of andere manier altijd ‘aanging’ als we een ziekenhuis binnenliepen. Van betekenis willen zijn, zorgen… het heeft er altijd ingezeten. Toch koos ik in eerste instantie voor de bloemen. Ik heb jarenlang in een bloemenzaak en bij een tuincentrum gewerkt. Tót het tuincentrum waar ik werkte tien jaar geleden werd gesloten.”
Iets terugdoen
“Ik besloot direct vrijwilligerswerk te gaan doen omdat ik graag iets terug wilde doen voor de samenleving. Zeker in deze tijden van arbeidskrapte. Zo kwam het ziekenhuis weer in mijn gedachten. Ik nam zelf contact op met het Slingeland en kon meteen als vrijwilliger beginnen. Inmiddels werk ik hier alweer tien jaar met veel plezier. Waarvan zeven jaar als begeleider van patiënten die geopereerd moeten worden of een andere behandeling moeten ondergaan. Op mijn vaste Slingeland-ochtend, de donderdagochtend, verwelkom ik hiervoor de patiënten in de centrale hal waarna ik ze met de lift meeneem naar de desbetreffende afdeling.”
Druk of juist stil
“Hoe mensen reageren op een naderende operatie is altijd weer anders. Waar de één heel druk is, wordt de ander juist stil of zenuwachtig. Het is daarbij altijd weer de kunst om aan te voelen waar je patiënten het meest mee helpt. Met een praatje of juist niet. Een keer maakte ik wel iets grappigs mee, doordat een meneer mij in de lift vertelde dat hij het zó gemuudelijk vond dat hij met mij ‘gewoon’ plat kon proaten. En toch is dit wel de kern van wat je doet: patiënten en hun begeleiders een beetje geruststellen. Ervoor zorgen dat ze in de daarvoor bestemde zitjes plaatsnemen op de afdeling. En ze aanmelden bij de verpleegkundigen door hun polsbandjes in de daarvoor bestemde bakjes te leggen. Dat scheelt verpleegkundigen veel tijd, die ze weer aan andere taken kunnen besteden.”
Erbij horen
“Wat ik heel fijn vind, is dat ik nooit het gevoel heb gehad dat wij als vrijwilligers anders worden behandeld dan medewerkers. We horen er echt bij. Je wordt goed ingewerkt, kunt álles vragen en er heerst gewoon een heel prettige sfeer in het Slingeland. Ik ga dan ook nog steeds met veel plezier naar het ziekenhuis elke donderdag.”
Laatst bijgewerkt op: 06 januari 2025