Overslaan en naar de inhoud gaan
search

Orthopedie: sneller terecht op poli, kortere wachttijd operatie

Minder pieken en dalen door nieuwe manier van plannen

Gepubliceerd op: 12 oktober 2021

Met ingang van oktober gaat de vakgroep orthopedie zijn werkzaamheden anders plannen. Dat betreft zowel de polikliniek als de operaties. Met als doel de toegangstijd tot de polikliniek en de wachttijden voor de operaties te verkorten. Orthopedisch chirurg Ronald Hollanders en manager bureau integrale capaciteit Annemijn Houwers geven uitleg.

“We willen naar een toegangstijd van maximaal twee weken voor de polikliniek, het hele jaar door. Dat is twee weken sneller dan de overheid als maximaal aanvaardbare toegangstijd aanhoudt”, vertelt Ronald Hollanders. “In bepaalde periodes in het jaar halen we dat nu wel. En soms kunnen patiënten zelfs sneller terecht.”
Maar er zijn ook periodes dat het langer duurt, tot soms zelfs vijf weken. “Zo’n lange toegangstijd vinden we niet patiëntvriendelijk en dat willen we verbeteren. Dat moet gaan lukken met onze nieuwe manier van plannen. Die zorgt ervoor dat er minder pieken en dalen zijn, met daarmee het hele jaar door een acceptabele toegangstijd tot de polikliniek. En daarmee verbonden is weer een kortere en minder wisselende wachttijd voor een operatie.”

Vast patroon

Dat is een mooi streven. Maar is het te realiseren? En zo ja, hoe doe je dat? Annemijn Houwers legt uit: “De kern is dat de patiëntenstroom voor orthopedie door het jaar heen schommelingen vertoont. Sinds een aantal jaren houden we daar de gegevens van bij. Daaruit blijkt dat die schommelingen een vast patroon vertonen. We kunnen de patiëntenstroom dus behoorlijk precies voorspellen op basis van voorgaande jaren. Wat we nu gaan doen, is met de planning van de polikliniek en de operaties van tevoren rekening houden met die verwachte schommelingen in de patiëntenstroom. We maken een algemene jaarplanning, op basis waarvan we steeds acht à twaalf weken vooruit plannen.” De orthopedisch chirurgen wisten dat hun patiëntenstroom door het jaar heen schommelde, maar kenden de precieze getallen niet, vertelt Ronald Hollanders.
“Daardoor moesten wij en onze secretaresses vaak ter plekke oplossingen bedenken om patiënten die niet te lang konden wachten, toch zo snel mogelijk te helpen. Maar als jij last minute nog ergens een operatiepatiënt weet tussen te plannen, heeft dat ook gevolgen voor andere afdelingen in het ziekenhuis. Bijvoorbeeld voor het pre-operatief spreekuur. En de patiënt moet ook opgenomen worden, dus heb je ook een bed nodig. En dat vraagt weer van andere mensen dat ze ter plekke een oplossing moeten bedenken.”

Planning operaties

De schommelingen in de toestroom naar de polikliniek kennen dus een vast patroon door het jaar heen. “Ook is voorspelbaar hoeveel eerste polikliniekbezoeken  leiden tot een operatie”, vertelt Annemijn Houwers. “Dus op basis van polikiniekbezoeken kun je voorspellen hoeveel operaties die voortbrengen en daarop kun je dan de OK-planning baseren. En daarmee kun je het pre-operatief spreekuur, de bedden en de controlebezoeken na de operatie plannen. Dit doe je ver vooruit, zodat je ook medewerkers kunt inplannen. Er is dus een sterke samenhang tussen al die planningen. “Daarom zijn we in het Slingeland Ziekenhuis overgestapt naar integrale planning: daarbij stemmen we integraal de capaciteiten van het hele ziekenhuis zoveel mogelijk op elkaar af. Om daarmee pieken en dalen af te vlakken en te voorkomen dat er ter plekke oplossingen bedacht moeten worden”, zegt Annemijn Houwers.

Wennen

Het OK-rooster ligt steeds drie maanden van tevoren vast. Voorheen planden de secretariaten van de poliklinieken de operaties, door OK-ruimte te reserveren voor hun artsen. Sinds 2019 wordt de OK-planning gedaan door het Centraal Planbureau. “Het zal wennen zijn dat de spreekuren en bezetting op de polikliniek meer vast staan”, zegt Ronald Hollanders. “Maar we begrijpen heel goed dat dit nodig is voor kortere toegangstijden en wachttijden, door het hele jaar heen. Bovendien hoeven we nu niet meer ter plekke oplossingen te verzinnen en kunnen we sturen op de gegevens van bureau integrale capaciteit.” Annemijn Houwers voegt toe: “Het is allemaal ‘niet in beton gegoten’. Er kunnen zich altijd situaties voordoen dat je van een planning moet afwijken, omdat het mensenwerk is en blijft en omdat elke patiënt weer anders is. Voor echte spoed is altijd plek.”

Patiënten met pijn

“Binnen de orthopedie komen ‘hoog spoed’ patiënten overigens nauwelijks voor”, zegt Ronald Hollanders. “Maar zo lang een patiënt nog geen bezoek heeft gebracht aan de polikliniek, is er nog geen diagnose gesteld. En met een diagnose wil je niet te lang wachten. Bovendien hebben veel patiënten ernstige pijn, of pijn die steeds erger wordt. Die patiënten wil je graag snel helpen. Daarom zijn wij als orthopedisch chirurgen blij dat we deze beweging gaan maken.” Dat zal niet beperkt blijven tot alleen de vakgroep orthopedie, aldus Annemijn Houwers. “We zien bij alle vakgroepen de voorspelbare patronen die we bij orthopedie ook zien. Dus die lenen zich ook voor jaarplannen waarin vraag en aanbod op elkaar zijn afgestemd. We gaan dit dus gaandeweg uitbreiden.”

Laatst bijgewerkt op: 02 mei 2022

Direct naar

Prototype Inreda AP6. De kunstalvleesklier zit met twee slangetjes verbonden aan de buik van de patiënt. ©Inreda Diabetic
Resultaten studie kunstmatige alvleesklier voor diabetespatiënten veel belovend